Veiligheid en voorkomen risico's gereedschap

Werken met elektriciteit brengt risico’s met zich mee. De belangrijkste risico’s zijn: kortsluiting, vonken als ontstekingsbron, elektrocutie, struikelen over snoeren. Werken met gereedschap brengt risico’s met zich mee, zoals pletten en snijden. Om ongelukken te voorkomen moet (elektrisch) gereedschap veilig zijn en periodiek gekeurd worden.

Dit is van belang voor scholen en vloeit voort uit de Arbowetgeving. Daarnaast beschrijft het Warenwetbesluit Machines waaraan deze apparatuur moet voldoen. Deze verplichtingen gelden vooral voor de producenten van (elektrisch) gereedschap.

Dit onderwerp gaat over de controle op de veiligheid (elektrisch) gereedschappen. De oplossing is gebaseerd op de wetgeving, Europese (EN) en Nederlandse (NEN) normen en op aanbevelingen van deskundigen.

Oplossing

nla

Checklist voor veilig gereedschap

  • Zorg ervoor dat elektrisch handgereedschap in goede staat is.
  • Elektrisch handgereedschap is in goede staat als het onbeschadigd is, snoeren onbeschadigd en dubbel geïsoleerd zijn, werken onder veilige spanning en de aansluitpunten voor elektriciteit (verbinding snoer/machine en snoer/stekker/stopcontact) volledig zijn afgeschermd.
  • Zorg ervoor dat snoeren en kabels onbeschadigd zijn.
  • Denk ook aan de snoeren en kabels van computers, tv’s en videoapparatuur. Elektrisch handgereedschap wordt onderscheiden in gereedschap dat op 220 volt werkt en gereedschap dat op een veilige spanning werkt. Van een veilige spanning is sprake bij maximaal 50 volt wisselspanning of 120 volt gelijkspanning. Bij een veilige spanning gaat men ervan uit dat er bij een fout in de apparatuur geen schade aan het lichaam ontstaat bij stroomdoorgang.
  • Zie erop toe dat handgereedschap dubbel geïsoleerd is of werkt onder veilige spanning.
  • Van handgereedschap op 220 volt wordt geëist dat het dubbel geïsoleerd is uitgevoerd. Naast de normale isolatie is er een extra isolatie aangebracht, waardoor er sprake is van een dubbele beveiliging tegen elektrische stroom.
  • Zorg ervoor dat handgereedschappen zoals hamers, vijlen en zagen in goede staat zijn, onbeschadigd zijn, snijvlakken voldoende scherp zijn bij bijvoorbeeld messen en beitels en dat onderdelen in het gebruik niet los kunnen schieten (bijvoorbeeld bij hamers en bijlen). Raadpleeg bij twijfels de vakhandel of leverancier.
  • Het gereedschap moet goed onderhouden en regelmatig gecontroleerd worden.
  • Werkgevers dienen arbeidsmiddelen die op de werkplek gebruikt worden periodiek te keuren. 
  • NEN-3140 geeft een indicatie van de keuring van het arbeidsmiddel, afhankelijk van het gebruik, de kans op beschadigingen, de deskundigheid van de gebruiker etc. Als richtlijn zou je kunnen uitgaan van een keuring eens per twee jaar. Indien het arbeidsmiddel intensief wordt gebruikt kan je vaker keuren, en indien het arbeidsmiddel niet intensief wordt gebruikt kan je minder vaak keuren. In het Arbobesluit is opgenomen dat gereedschappen, machines en installaties die op de werkplek gebruikt worden geen gevaar mogen opleveren voor de werknemers. Kijk voor een erkend elektrotechnische onderhoudsbedrijf op www.erkendinstallatiebedrijf.nl.
  • Let er bij aanschaf van nieuwe machines en gereedschappen zijn voorzien van een CE-markering en een gebruiksaanwijzing. 

Hoe risico’s voorkomen?

Organisatie

  • Solderen. Aan solderen zijn behoorlijke risico’s verbonden (elektrocutie, verbranding). Het is dan ook af te raden op basisscholen te solderen.
    Als u desondanks toch met de leerlingen wil solderen, neem dan de volgende richtlijnen in acht:
    • De snoeren en snoeraansluitingen zijn in goede staat.
    • Er wordt door kinderen onder lage spanning (25 of 50 Volt) gewerkt.
    • Contactdozen zijn zo geplaatst dat de snoeren niet over het werkblad lopen.
    • Elektrische soldeerbouten voor 220 Volt zijn geaard of dubbel geïsoleerd en alleen beschikbaar voor het personeel. Extra beveiliging door aardlekschakelaar.
    • Soldeerbouten worden tweemaal per jaar gecontroleerd op beschadiging en worden dan ook schoongemaakt.
  • Toezicht. Zorg dat een docent toezicht houdt terwijl leerlingen werken met elektriciteit.
  • Controle. Zorg ervoor dat één persoon regelmatig checkt of elektrische apparaten nog in goede staat zijn. Dit kan bijvoorbeeld de preventiemedewerker zijn. Laat deze persoon ook zorgen voor de aanschaf, het onderhoud, de reparatie en het opbergen van elektrische apparaten in een afsluitbare kast.
  • Onderhoud en reparatie van elektrisch handgereedschap kunt u het beste uitbesteden aan een erkend elektrisch installatiebedrijf of aan de leverancier.

Middelen

  • Werk zoveel mogelijk met veilige spanning (minder dan 50 V wisselspanning).
  • Gebruik veiligheidstransformatoren voor het verkrijgen van spanningen lager dan 42 V wisselspanning.
  • Gebruik alleen meettafels van hout of ander isolerend materiaal.
  • Voorkom dat er snoeren op de grond liggen.
  • Scherm aansluitklemmen en contacten van meetapparatuur en voedingskasten zodanig af dat geen aanraking mogelijk is.
  • Zorg dat er een noodstopschakelaar in het lokaal is.

Mens

  • Geef voorlichting over de gevaren van elektriciteit en gereedschap.

Praktijkvakken in het speciaal onderwijs

Vooral in het speciaal onderwijs komt het voor dat leerlingen gebruik maken van elektrisch gereedschap. Denk aan praktijkvakken als koken en techniek. Om risico’s door verkeerd gebruik te voorkomen, zijn de volgende zaken van belang:

  • Zorg voor instructiekaarten, waarin helder staat hoe met het bepaalde gereedschap moet worden omgegaan.
  • Besteed tijd en aandacht aan het geven van uitleg over het veilig gebruik van gereedschappen.
  • Zorg dat veiligheidsvoorzieningen (bijvoorbeeld afscherming van machines) op orde zijn.
  • Gebruik beschermingsmiddelen.
  • Zorg voor voldoende toezicht.

Meer informatie vindt u bij het onderwerp Praktijklokaal.

Graag ontvangen we uw feedback over onze artikelen.
Laat uw mening hier achter.

thumbs up
thumbs down

Wet en regelgeving

In de Arbowetgeving zijn verschillende bepalingen opgenomen over het werken met gereedschappen en arbeidsmiddelen.

Arbobesluit

NEN-Normen

  • NEN-EN 50110-1:2013 en Bedrijfsvoering van elektrische installaties - Deel 1 Algemene eisen. Deze norm is van toepassing op alle bedrijfsvoering van en werkzaamheden aan, met of nabij elektrische installaties. Deze installaties hebben een spanningsniveau van extra lage spanning tot en met hoge spanning. 
  • NEN 3140+A1:2015 nl Bedrijfsvoering van elektrische installaties - Laagspanning
  • NEN 1010:2015 nl Elektrische installaties voor laagspanning. Deze norm bevat bepalingen voor het ontwerp en de realisatie van veilige, doelmatige en goed functionerende elektrische installaties.

NEN-normen zijn niet openbaar. Zij zijn te bestellen via www.nen.nl.

Meer info

Geen

Praktijkvoorbeelden