Organisatie van arbozorg

De Arbowet stelt dat iedere werkgever, dus ook de werkgever van een school, zorgt voor de veiligheid en de gezondheid van alle medewerkers met betrekking tot alle met arbeid verbonden aspecten. Daartoe moet de werkgever een beleid voeren dat is gericht op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden, gebaseerd op de stand van de techniek en de professionele dienstverlening. Arbobeleid kenmerkt zich door een systematische aanpak, waarmee de kans op onveilige en ongezonde werksituaties verkleind wordt. Bij het ontbreken of niet-actueel zijn van (onderdelen) van het arbobeleid kan de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) een boete opleggen.

De werkgever (schoolbestuur) is verplicht één of meerdere medewerkers aan te wijzen die preventietaken coördineren en uitvoeren. Eén van de belangrijkste taken die uitgevoerd moeten worden is het in kaart brengen van risico’s op het gebied van arbeidsomstandigheden. Op basis van deze risico-inventarisatie moet een plan van aanpak worden opgesteld. Vervolgens moeten de maatregelen ter verbetering worden uitgevoerd en geëvalueerd. Naast deze RI&E-cyclus is de werkgever in het kader van het arbobeleid ook verantwoordelijk voor voorlichting en onderricht aan medewerkers over arbeidsomstandigheden. Bij de totstandkoming en uitvoering van het arbobeleid doet de werkgever recht aan de wettelijke rol van de medezeggenschap. Daarnaast stelt de wet dat de werkgever de BHV-organisatie op orde moet hebben. In de praktijk heeft vaak de schooldirecteur het mandaat van het schoolbestuur gekregen het arbobeleid in zijn school gestalte te geven.

Deze oplossing richt zich op werkgevers in het onderwijs (schoolbesturen). Deze oplossing geeft een opsomming van zaken die verplicht zijn bij het voeren van een arbobeleid. Waar uitgebreidere informatie beschikbaar is in de Arbocatalogus po, wordt hiernaar verwezen. Deze oplossing is gebaseerd op wetgeving.

Oplossing

Oplossingen voor de werkgever

  • Afspraken over arbobeleid moeten vastgelegd zijn.
  • Iedere werkgever moet in het bezit zijn van een uitgevoerde risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E). Zodra er ingrijpende arbeidsomstandigheden wijzigen, dan dient u opnieuw een RI&E uit te voeren.
  • De in de RI&E gesignaleerde arbo-problemen moeten in een plan van aanpak met verbetervoorstellen opgenomen worden. 
  • De RI&E en het plan van aanpak moeten ter toetsing voorgelegd worden aan uw gecertificeerde arbodienst (vangnetregeling) of aan een gecertificeerde arbo(kern)deskundige en/of BIG-geregistreerde bedrijfsarts (maatwerkregeling).
  • De RI&E en het plan van aanpak en het eventueel daarin verwerkte advies uit de toetsing moeten ter instemming worden voorgelegd aan de Medezeggenschapsraad (het personeelsdeel).
  • De werkgever wijst een of meerdere preventiemedewerkers aan.                                  
  • U bent verplicht voorlichting te geven aan medewerkers met betrekking tot de verrichte werkzaamheden, de verbonden risico's en de getroffen maatregelen om risico's te beperken. Een medewerker is verplicht deze voorlichting te volgen. De voorlichting heeft ook betrekking op de BHV, de preventiemedewerkers en de rol van de arbodienst of de bedrijfsarts.
  • Een school is verplicht een basiscontract te sluiten met een gecertificeerde arbodienst (vangnetregeling) of een gecertificeerde arbo(kern)deskundige en/of een BIG-geregistreerde bedrijfsarts (maatwerkregeling).   
  • De werkgever heeft de verplichting om BHV te organiseren en BHV'ers aan te wijzen.           
  • Dodelijke ongevallen, ongevallen gevolgd door ziekenhuisopname of ongeval met blijvend letsel moet de werkgever melden aan de Nederlandse Arbeidsinspectie.  
  • De werkgever biedt werknemers periodiek de gelegenheid om een medisch onderzoek te laten verrichten (PAGO).
  • Medewerkers moeten zorgen voor de eigen veiligheid en gezondheid.

Aanvullende oplossingen vanuit de cao PO

  • De werkgever voert iedere vier jaar de RI&E uit en éénmaal per twee jaar de Quickscan (onderdeel van de Arbomeester).
  • De werkgever voert het uit de RI&E voortkomende plan van aanpak uit met de inzet van alle daartoe geëigende middelen.
  • Als de beschikbare middelen voor de uitvoering van het plan van aanpak niet toereikend zijn, dient de werkgever een aanvraag in voor externe middelen die in het kader van de bedrijfsgezondheidszorg ter beschikking staan.

Aanbevelingen 

  • Maak voor de uitvoering van de risico-inventarisatie en –evaluatie gebruik van de Arbomeester (erkend branche-instrument voor het po).
  • Schrijf het Arbobeleid expliciet uit in een arbobeleidsplan.
  • Maak per schoolgebouw een BHV-organisatie en leg dat vast in een BHV-plan. Betrek bij de voorlichting over BHV ook de kinderen. Meer informatie staat bij Inrichting BHV-organisatie.
  • Houdt het plan van aanpak goed bij en actualiseer het regelmatig (bijvoorbeeld eens per kwartaal).

Arbobeleidsplan

Belangrijk voor een goede implementatie van het arbobeleid is dat de maatregelen zoveel mogelijk aansluiten bij en opgenomen worden in de dagelijkse gang van zaken binnen de school/scholen. Leg de afspraken over het arbobeleid vast in een arbobeleidsplan. Een nieuw of gewijzigd arbobeleidsplan heeft instemming van de MR(personeelsdeel) nodig.

Hieronder staat een beschrijving van onderwerpen die in het arbobeleid van de school kunnen worden opgenomen.

RI&E: risico-inventarisatie en –evaluatie inclusief plan van aanpak

Iedere werkgever moet in het bezit zijn van een uitgevoerde risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E). Gebruik hiervoor de Arbomeester; dat is het RI&E-instrument speciaal ontwikkeld voor het primair onderwijs. De RI&E vormt de basis voor het arbo- en verzuimbeleid binnen de school. Op basis hiervan kunnen de juiste maatregelen ter verbetering van de arbeidsomstandigheden in het plan van aanpak worden opgenomen. Vervolgens moet men op basis van het plan van aanpak aan het werk gaan met het uitvoeren van de voorgestelde verbeteringen. Aanbevolen wordt jaarlijks te bekijken in hoeverre de verbetermaatregelen in het plan van aanpak ook daadwerkelijk zijn uitgevoerd. Kijk ook naar het effect van de verbetermaatregel. Is er onvoldoende effect? Bekijk of zoek naar een andere verbetermaatregel. Neem de aangepaste of andere/nieuwe verbeteringsmaatregel in het plan van aanpak op. 

Voer iedere vier jaar een RI&E uit, en éénmaal per twee jaar de Quickscan (= onderdeel van de Arbomeester). Als er tussentijds ingrijpende wijzigingen plaatsvinden, bijvoorbeeld bij een fusie, een verhuizing of nieuwbouw, dan moet de RI&E uiteraard eerder worden uitgevoerd.

Het niet hebben van een RI&E en een plan van aanpak of het niet-actueel zijn van een RI&E of een plan van aanpak levert een boete op van de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA).

Lees hier meer over de RI&E-cyclus.

Preventiemedewerker

Uitgangspunt van de Arbowet is dat preventieve taken op het gebied van arbeidsomstandigheden in eigen huis moeten worden verricht. Dit betekent dat de werkgever verplicht is één of meerdere medewerkers aan te wijzen die preventietaken coördineren en uitvoeren. De preventiemedewerker(s) ondersteunen de bovenschoolse of schooldirecteur bij het arbobeleid en zij voeren daarnaast vier concrete taken uit:

  1. (meewerken aan) Het uitvoeren van een risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E)
  2. (meewerken aan) Het uitvoeren van arbomaatregelen
  3. Het adviseren aan en samenwerken met de medezeggenschapsraad   
  4. Het adviseren aan en samenwerken met de arbodienst of de bedrijfsarts

Lees hier meer over de taken en bevoegdheden van de preventiemedewerker en hoe je deze functie in de school kunt inpassen.

Voorlichting en onderricht aan medewerkers

Het is de plicht van de werkgever (in de praktijk veelal gemandateerd aan de schooldirecteur) te zorgen voor doeltreffende voorlichting over de te verrichten werkzaamheden, de daaraan verbonden risico’s en de maatregelen die zijn getroffen om de risico’s te beperken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan voorlichting over zittend/staand werk, bukken (in de onderbouw), omgaan met agressie van kinderen of ouders. Maar ook voorlichting over de wijze waarop de BHV is georganiseerd, wat de rol en taken zijn van de preventiemedewerker(s) en wat de rol en taken van de arbodienst of bedrijfsarts zijn.

Medezeggenschap

De medezeggenschapsraad, de MR – en met name het personeelsdeel van de MR, de PMR – heeft een belangrijke wettelijke positie in het kader van het tot stand komen en ook het uitvoeren van het arbobeleid in de school.
De GMR moet geïnformeerd worden en betrokken worden door de werkgever bij het contracteren van de arbodienst, centrale afspraken met de politie over het veiligheidsbeleid, het afspreken van protocollen voor ziekmelding, etc. Over sommige arbozaken heeft de medezeggenschapsraad instemmingsrecht, zoals over het vaststellen van het arbobeleid en het plan van aanpak, het sluiten van het basiscontract met de arbodienst en de wijze waarop de preventiemedewerkers zijn georganiseerd alsmede over de persoon van de preventiemedewerker.
De (G)MR krijgt dus ook de kans om na te denken en een mening te geven over de organisatie van de preventietaken. Vragen die de (G)MR kan stellen zijn: Welke taken gaat de preventiemedewerker uitvoeren en met welk doel? Wie gaat die taken uitvoeren? Hoeveel tijd en geld is daarvoor beschikbaar? Moet er nog een opleiding gevolgd worden? Hoe gaan we de preventietaken organisatorisch regelen (bovenschools, per school of een combinatie)? De (G)MR heeft dit instemmingsrecht alleen als de bovenschoolse directie of de schooldirecteur met nieuwe voorstellen komt inzake de personen van de preventiemedewerker en/of de wijze waarop de preventietaken worden georganiseerd in de scholen/school. Via het initiatiefrecht van de (G)MR kan dit wel worden geagendeerd.

Lees hier meer over de positie van de medezeggenschap.

Afspraken met de arbodienst óf bedrijfsarts

Een school heeft een contract met een gecertificeerde arbodienst of heeft een contract met één of meerdere BIG-geregistreerde bedrijfsartsen. Belangrijke taken voor de arbodienst zijn:

  • Ziekteverzuimbegeleiding;
  • Toetsing van de RI&E (inclusief plan van aanpak);
  • (Periodiek) Arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO);
  • Aanstellingskeuring (indien toegestaan);
  • Consultatie bedrijfsarts.

De arbodienst of de bedrijfsarts levert naast de individuele begeleiding bij ziekteverzuim ook preventieve arbozorg. Bedrijfsartsen moeten eventueel de arbeidsplaats kunnen bezoeken om hun preventieve taken goed te kunnen uitvoeren.

Hoe ziet een basiscontract er uit? Hoe geeft u invulling aan de taken van de bedrijfsarts? Op de website van Oval staat een checklist voor een basiscontract met een arbodienstverlening.
Meer informatie staat bij het onderwerp Deskundige personen in en om de school.

Toetsing RI&E

Zowel de uitgevoerde RI&E als het plan van aanpak worden getoetst door de arbodienst/bedrijfsarts of een andere arbo(kern)deskundige. Dit is een wettelijke verplichting.
Is de school aangesloten bij een gecertificeerde arbodienst dan legt u de RI&E en het plan van aanpak ter toetsing voor aan deze gecertificeerde arbodienst (Vangnetregeling).
Als de school geen gebruik maakt van een gecertificeerde arbodienst dan legt u de RI&E en het plan van aanpak voor aan een gecertificeerde hogere veiligheidskundige, arbeid hygiënist of een arbeids- en organisatiedeskundige. De BIG-geregistreerde bedrijfsarts mag deze toetsing ook uitvoeren (Maatwerkregeling). De adviezen van de arbodienst neemt u in principe over, tenzij u sterke argumenten hebt om dit niet te doen.

Lees hier meer over de RI&E-cyclus en de rol van de arbodienst.

Bedrijfshulpverlening (BHV)

De werkgever, vertegenwoordigd door de directeur van de school, moet zorgen dat de bedrijfshulpverlening (BHV) in het schoolgebouw goed geregeld is. BHV is maatwerk. Dat betekent dat bij meerdere locaties de BHV per schoolgebouw georganiseerd moet worden.
De RI&E is het uitgangspunt om te bepalen wat er op het gebied van BHV nodig is.
In een BHV-plan wordt schriftelijk vastgelegd hoe de BHV is georganiseerd en welke maatregelen zijn genomen. De vaststelling van het BHV-plan is instemmingsplichtig voor de (G)MR.
Naast het opleiden van BHV’ers moet er ook voorlichting en instructie over de BHV aan alle medewerkers en de kinderen worden gegeven.
Als een school samen met anderen (andere scholen of organisaties) in één gebouw zit, is het belangrijk dat met deze organisaties goed samengewerkt wordt bij calamiteiten en noodsituaties.

Meer informatie vindt u bij het onderwerp Inrichting BHV-organisatie

Melden en registreren van arbeidsongevallen

Het gaat hier om ongevallen tijdens het werk in en om de school en tijdens schoolactiviteiten buiten de school, zoals schoolkampen, excursies en schoolreisjes. Mocht er zich echter een ernstig ongeval voordoen, dan moet de werkgever dit melden aan de Nederlandse Arbeidsinspectie.
Het gaat daarbij alleen om ongevallen met werknemers die bij de NLA gemeld moeten worden:

  1. Dodelijke ongevallen
  2. Ongevallen die gevolgd zijn door een ziekenhuisopname
  3. Ongevallen die geleid hebben tot blijvend letsel

Meer informatie over het melden en registreren van arbeidsongevallen vindt u hier.

Bescherming van derden

De Arbowet verlangt van de school dat naast de eigen medewerkers ook andere mensen (aangeduid met de term derden) veilig en gezond het schoolgebouw kunnen binnenkomen en verlaten. De grootste groep van derden aanwezig op de school zijn leerlingen en ouders. Het gaat dan niet alleen om ouders die de kinderen komen ophalen van school, maar ook om ouders die op school vrijwilligerswerk verrichten, zoals hulpouders, leesmoeders, schoolreisbegeleiders etc. Het gaat vooral om maatregelen ter voorkoming van gevaren die tot een ongeval kunnen leiden (bijvoorbeeld door een losliggende vloertegel, slingerende snoeren, natte vloeren).

Lees hier meer over de positie van derden in de school en het nemen van passende maatregelen.

PAGO

De school is wettelijk verplicht de medewerkers in de gelegenheid te stellen zich periodiek (bijvoorbeeld eens in de vier jaar) medisch te laten onderzoeken. Dit onderzoek is erop gericht om mogelijke gezondheidsschade te voorkómen of te beperken. Dit onderzoek wordt vaak gekoppeld aan een medewerker-tevredenheidsonderzoek. Medewerkers kunnen niet gedwongen worden hieraan mee te doen.

Samenwerken met anderen

Als er bijvoorbeeld in een gebouw zowel een school als bijvoorbeeld een bibliotheek of kinderopvang zitten moet de school met deze organisaties effectief samenwerken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het onderwerp bedrijfshulpverlening.

Medewerkers

Ook de schoolmedewerkers hebben hun verantwoordelijkheden. Zij moeten zorgen voor hun eigen veiligheid en gezondheid. Daarnaast moeten zij meewerken aan voor hen georganiseerde voorlichting, bijvoorbeeld over werkdrukvermindering of de aanpak en omgang met agressie en geweld.
De medewerker moet

  • Gereedschappen, machines en gevaarlijke stoffen op de juiste wijze gebruiken
  • Beveiligingen op machines niet verwijderen
  • Meewerken aan voorlichting en onderricht
  • Gevaarlijke situaties melden aan de directeur en in- en externe arbodeskundigen bijstaan

Graag ontvangen we uw feedback over onze artikelen.
Laat uw mening hier achter.

thumbs up
thumbs down

Wet en regelgeving

Arbeidsomstandighedenwet

  • Verplichtingen werkgever inzake arbobeleid, Artikel 3
  • Aanpassing arbeidsplaats werknemer met structurele functionele beperking, Artikel 4
  • Inventarisatie en evaluatie van risico’s, Artikel 5
  • Voorlichting en onderricht, Artikel 8
  • Melding en registratie van arbeidsongevallen en beroepsziekten, Artikel 9
  • Voorkoming van gevaar voor derden, Artikel 10
  • Algemene verplichtingen van de werknemers, Artikel 11
  • Toetsen van de RI&E door de arbodienst, Artikel 14 en Artikel 14a
  • Bijstand deskundige werknemers op gebied van preventie en bescherming, Artikel 13
  • Informatierechten deskundige werknemers, Artikel 15a
  • Periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO), Artikel 18
  • Samenwerking verschillende werkgevers, Artikel 19

Wet Medezeggenschap op scholen

  • Instemmingsbevoegdheid personeelsdeel medezeggenschapsraad, Artikel 12
  • Instemmingsbevoegdheid medezeggenschapsraad, Artikel 10

 Cao PO

  • Veiligheid en het voorkomen van seksuele intimidatie, racisme, agressie en geweld, Artikel 11.5
  • Preventiemedewerker, Artikel 11.6
  • Arbeidsomstandigheden, ziekteverzuimpreventie en personeelszorg, Artikel 11.7
  • Arbocatalogus po, Artikel 11.7a
  • Medezeggenschap, Hoofdstuk 13

Download de cao PO.

Meer info

Zelfinspectie: Arbo op orde!

De Nederlandse Arbeidsinspectie biedt u als werkgever de mogelijkheid om zelf te bekijken of u aan de wettelijke regels voldoet. De zelfinspectiecheck is nu uitgebreid met het thema Arbo op orde.

InPreventie

InPreventie is een digitaal platform voor alle preventiemedewerkers in Nederland ongeacht in welke branche zij werken. Er staat veel algemene informatie, maar ook handige hulpmiddelen.

Voorbeeld arbobeleidsplan

Het Vervangingsfonds/Participatiefonds heeft een voorbeeld arbobeleidsplan dat u kunt aanpassen aan uw eigen situatie. Het is een richtlijn voor het opstellen van een eigen arbobeleidsplan. In het voorbeeld staan (gedeeltelijk uitgewerkte) elementen die thuishoren in een goed doortimmerd beleidsstuk.

Rookvrij schoolterrein

Kinderen en jongeren moeten rookvrij kunnen opgroeien. Daar hoort een rookvrij onderwijsterrein bij. Scholen zijn sinds 1 augustus 2020 verplicht een rookvrij terrein te hebben (vastgelegd in een Algemene Maatregel van Bestuur). Dit geldt voor primair en voortgezet onderwijs, mbo en hoger onderwijs. Uit onderzoek blijkt dat kinderen en jongeren die anderen zien roken, zelf ook eerder gaan roken. Een rookvrij terrein beschermt hen ook tegen de schadelijke gevolgen van meeroken. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is een campagne gestart om scholen op weg te helpen naar een rookvrij schoolterrein, met op de website onder meer  een stappenplan en handige hulpmiddelen.