Medezeggenschap en arbeidsomstandigheden
Een werkgever moet op grond van wet- en regelgeving veel beleid ontwikkelen en besluiten nemen inzake preventie en bestrijden van onveilige en ongezonde werk- en leeromstandigheden. De medezeggenschapsraad, de MR en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) hebben een belangrijke wettelijke positie in het kader van het tot stand komen en uitvoeren van het arbobeleid in de school. Met name de personeelsgeleding van de (G)MR.
Voor het onderwijs is ook de veiligheid en gezondheid van de leerlingen en ouders onderwerp van zorg. Leerlingen vallen echter maar voor een beperkt deel onder de wettelijke regels. Maatregelen ten behoeve van het personeel zullen echter dikwijls ook gevolgen hebben voor leerlingen en andersom. Soms is bespreking met de personeelsgeleding van de (G)MR voorgeschreven, soms met de gehele raad. Een goede en concrete afbakening van taken en bevoegdheden, en het maken van goede werkafspraken is daarom van groot belang.
Onder oplossing wordt aangegeven hoe om te gaan met medezeggenschap(sraden) en arbeidsomstandigheden.
Oplossing
Instemmingsrecht personeelsgeleding (G)MR
De personeelsgeleding van de (G)MR heeft instemmingsrecht bij het door of namens de werkgever te voeren arbeidsomstandighedenbeleid, en het beleid rond ziekteverzuim en re-integratie. Onder dit instemmingsrecht valt onder meer:
- De organisatie van dit beleid (taken en verantwoordelijkheden) en de maatregelen in het plan van aanpak
- De keuze voor een bepaalde Arbodienst, en de inhoud van het contract met deze Arbodienst
- Het aanwijzen van een of meer preventiemedewerkers
Organisatie van medezeggenschap (GMR en MR)
Voorbereiding en uitvoering van beleid op het gebied van gezondheid en veiligheid van werknemers en leerlingen zal vrijwel altijd gebeuren op bestuursniveau, door de werkgever dus. Dit betekent dat in het kader van de medezeggenschap, de GMR competent is – ervan uitgaand dat er meerdere scholen zijn onder dezelfde werkgever. De personeelsgelding van de GMR moet derhalve door de werkgever geïnformeerd worden en instemmen met het contracteren van de arbodienst, centrale afspraken met de politie over het veiligheidsbeleid, het afspreken van protocollen voor ziekmelding, etc.
De concretisering en uitvoering van het beleid zal voor een groot deel ook op locatieniveau plaatsvinden. Op het niveau van de MR, de medezeggenschapsraad, dus. Het overleg tussen de directeur en de MR is van belang, omdat de personeelsgeleding van de MR een instemmingsrecht heeft over het arbobeleid op schoolniveau. Bijvoorbeeld: de maatregelen die specifiek voor de school in het plan van aanpak worden opgenomen.
Het kan voorkomen dat aangelegenheden zich uitsluitend op het niveau van een locatie of een afdeling afspelen. Indien op dat niveau een deelraad is ingesteld, dan heeft die deelraad in dat geval dezelfde taken bevoegdheden als de MR.
Dit betekent, dat de GMR en de MR-en en ook de andere raden onderling elkaar goed moeten informeren, en zo nodig afspraken moeten maken over een precieze taakverdeling in het kader van de uitvoering van de medezeggenschap.
Netwerken van de (G)MR
Een (G)MR kan de arbodienst vragen hen te adviseren. Het verdient aanbeveling daarover bij het aangaan of het periodiek wijzigen van het contract met de arbodienst afspraken te maken met de werkgever.
De (G)MR kan zich tevens laten adviseren door de preventiemedewerker(s). Het adviseren van de (G)MR is zelfs een wettelijke taak (artikel 13 Arbowet) .
Een MR kan de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) benaderen wanneer het gaat om het niet-naleven van de wet door de werkgever, of met concrete klachten van werknemers, waar door de werkgever niets aan wordt gedaan. Wanneer een melding afkomstig is van een ondernemingsraad of medezeggenschapsraad stelt de NLA altijd een onderzoek in. Wanneer het niet-naleven van concrete verplichtingen van de werkgever op grond van de WMS aan de orde is, kan een MR zich wenden tot de Landelijke Commissie voor Geschillen WMS.
Is de MR wel door de werkgever betrokken bij het beleid of het nemen van beslissingen, dan kan er toch een (inhoudelijk) geschil van mening ontstaan. Ook dan kan de Landelijke Commissie voor Geschillen WMS een bindende uitspraak doen.
Graag ontvangen we uw feedback over onze artikelen.
Laat uw mening hier achter.
Wet en regelgeving
Arbowet
- Samenwerking, overleg en bijzondere rechten van de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging en de belanghebbende werknemers, Hoofdstuk 3, Artikel 12
De positie van de PMR is verankerd in de Arbowet, waarin staat dat werkgever en werknemers moeten samenwerken bij het uitvoeren van het arbobeleid. Werknemers zijn in dit verband allen die een arbeidsovereenkomst of een aanstelling hebben, maar ook degenen die werkzaam zijn in de school als stagiaire of gedetacheerden, en voor vrijwilligers als bijvoorbeeld ouders die klussen in de school of de bibliotheek runnen. In artikel 12 staat ook vermeld dat het medezeggenschapsorgaan, dus de PMR, overleg voert met de werkgever over alle aangelegenheden die het arbobeleid betreffen. Ook over de uitvoering van het beleid wordt actief informatie uitgewisseld.
De leden van de PMR mogen in dat kader met de ambtenaren van de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) praten zonder aanwezigheid van de werkgever of directie, en voorts kunnen zij de ambtenaren vergezellen bij hun inspectieronde, als die daartegen geen bezwaar maken.
De PMR krijgt van de NLA ook alle informatie die deze aan de werkgever ter beschikking stelt en afschriften van de schriftelijke stukken (inspectierapporten, brieven, enzovoort).
- Bijstand deskundige werknemers op het gebied van preventie en bescherming, Hoofdstuk 3, Artikel 13
In de dagelijkse praktijk worden deze werknemers aangeduid als 'preventiemedewerkers'. De Arbowet schrijft voor dat de werkgever zich bij het arbobeleid laat bijstaan door een of meer preventiemedewerkers. Bij het kiezen van deze werknemers, en over hun positionering, heeft de personeelsgeleding van de (G)MR een instemmingsrecht. Artikel 13 regelt ook de taken van de preventiemedewerker, waaronder het adviseren van de (G)MR.
Positie leerlingen
De positie van de leerlingen is minder uitvoerig geregeld dan die van de werknemers. Bij de omschrijving van de reikwijdte van de arbowet is bepaald, dat verrichtingen van leerlingen vergelijkbaar met de beroepspraktijk onder de werking van de wet vallen. Zij vallen echter zonder meer onder de zorgverplichting van de werkgever.
Wet Medezeggenschap op scholen
Artikel 12. Instemmingsrechtsbevoegdheid personeelsdeel medezeggenschapsraad
De werkgever behoeft de voorafgaande instemming van het deel van de medezeggenschapsraad dat uit en door het personeel is gekozen, voor elk door de werkgever te nemen besluit met betrekking tot de volgende aangelegenheden:
Artikel 12 lid k:
vaststelling of wijziging van een regeling op het gebied van de arbeidsomstandigheden, het ziekteverzuim of het re-integratiebeleid;
Artikel 10. Instemmingsbevoegdheid medezeggenschapsraad
De werkgever behoeft de voorafgaande instemming van de medezeggenschapsraad voor elk door de werkgever te nemen besluit met betrekking tot in ieder geval de volgende aangelegenheden:
Artikel 10, lid e:
vaststelling of wijziging van regels op het gebied van het veiligheids-, gezondheids- en welzijnsbeleid, voor zover niet behorend tot de bevoegdheid van de personeelsgeleding.
Er mag van worden uitgegaan, dat waar de Arbowet spreekt over Ondernemingsraad, hiervoor in het onderwijs mag worden gelezen: de PMR.
Meer info
Wet Medezeggenschap op scholen
De website Wet Medezeggenschap op scholen (WMS) geeft alle actuele informatie over de medezeggenschap in het onderwijs en wordt namens alle onderwijsorganisaties beheerd door het bestuur van de stichting Onderwijsgeschillen. Er staat o.a. informatie over statuten en reglementen, verwijzingen naar ondersteunende organisaties, de geschillencommissie en uitspraken inzake geschillen.
Bevoegdheden voor instemming of advies
Op de website van de WMS staat het overzicht Instemming- en adviesbevoegdheden.