Zwangerschap, borstvoeding en arbeid

In het primair onderwijs werken veel vrouwen. Elke school kan dan ook te maken krijgen met een zwangere medewerkster of moeders die borstvoeding geven of kolven. In het onderwijs liggen de risico’s voor zwangere medewerksters vooral bij lichamelijk zwaar werk (veel staan, bukken en tillen) en het ervaren van werkdruk of -stress. Ook kunnen infectieziekten (bijvoorbeeld rode hond, waterpokken) een risico opleveren en moet het werkklimaat zo optimaal mogelijk zijn.

Op het moment dat een medewerkster de werkgever meldt dat zij zwanger is, moet de werkgever – waar nodig – aanvullende maatregelen treffen, naast de standaard arbomaatregelen die voor iedereen gelden. De werkgever moet ervoor zorgen dat een medewerkster borstvoeding kan geven of kolven. 

Onderstaande oplossing heeft betrekking op arbomaatregelen voor zwangere werkneemsters en voor werkneemsters die borstvoeding geven of kolven. Deze oplossing is gebaseerd op wetgeving en het oordeel van deskundigen.

Oplossing

Algemeen

  • Volg de Arbeidstijdenwet bij zwangerschap en/of het geven van borstvoeding na zwangerschap. De werkneemster heeft het recht om hier maximaal een vierde van haar arbeidstijd per dienst aan te besteden. Een zwangere werkneemster heeft recht op extra pauzes tot maximaal een achtste van haar arbeidstijd per dienst.
  • Pas eventueel het werk van de zwangere of borstvoedinggevende werkneemster aan op basis van artikel 1.42 van het Arbobesluit (volg hierbij het RAAK-principe).
    R: Risico's wegnemen binnen de eigen functie en de eigen werkplek. Is dit redelijkerwijs niet mogelijk dan volgt:
    A: Aanpassing van het werk en/of aanpassing van de werk- en rusttijden. Is dit niet mogelijk dan volgt:
    A: Ander werk. Is ander werk niet mogelijk dan volgt:
    K: Keerpunt in de benadering, namelijk het vrijstellen van het verrichten van arbeid.
  • Stel een geschikte ruimte beschikbaar voor het geven van borstvoeding of om te kolven. De ruimte die u beschikbaar stelt moet op slot kunnen en voorzien zijn van een al dan niet opvouwbaar bed of een deugdelijke rustbank.
  • Het personeelsdeel van de MR heeft instemmingsrecht over regelingen en de voorlichting rond zwangerschap en borstvoeding.

Oplossingen voor de werkgever

  • Inventariseer de risico's die voor de eigen school en medewerkers gelden.
  • Formuleer een schoolbeleid over omgaan met zwangerschap en borstvoeding. Let hierbij op geldende wet- en regelgeving en de volgende punten:
    • Fysieke belasting
    • Werkdruk/werkstress
    • Gevaar van infectieziekten
    • Werkklimaat
  • Informeer leidinggevenden over de wettelijke kaders, arborisico's en aanvullende maatregelen tijdens een zwangerschap en de periode van borstvoeding/kolven. Leidinggevenden hebben de taak het initiatief te nemen en niet te wachten tot de betrokken werkneemster met vragen of klachten komt.
  • Informeer vrouwelijke medewerkers, wanneer van toepassing, over de specifieke risico's en het schoolbeleid bij zwangerschap. Deze voorlichting moet plaatsvinden binnen twee weken nadat de medewerkster aan de werkgever gemeld heeft zwanger te zijn.
  • Informeer in overleg met de werkneemster de directe collega’s over de zwangerschap.
  • Zorg met de leidinggevende (vanuit diens rol en als voorbeeldfunctie) en collega’s voor sociale ondersteuning als buffer tegen werkdruk.
  • Voorkom bovenmatige fysieke belasting van de zwangere.
  • Tref maatregelen in het tweede en derde trimester van de zwangerschap als de fysieke belasting te hoog is of de zwangere medewerkster fysiek vermoeid is. Volg hierbij het RAAK-principe.
    Zorg ervoor dat:
    • In de laatste drie maanden van de zwangerschap er niet meer dan eenmaal per uur wordt gehurkt, geknield of gebukt
    • In de gehele zwangerschap en tot drie maanden na de bevalling het eventueel te tillen gewicht minder dan 10 kilo bedraagt
    • Vanaf de 20e week van de zwangerschap gewichten van 5 kilo of meer maximaal 10 keer per dag worden getild
    • Vanaf de 30e week van de zwangerschap gewichten van 5 kilo of meer maximaal 5 keer per dag worden getild.
    • Raadpleeg een deskundige (bijvoorbeeld een bedrijfsarts of de arbodienst) bij vragen of twijfels.
  • Voorkom werkstress.
    Werkstress heeft nadelige gevolgen voor de zwangerschap, het ongeboren kind en de borstvoeding. Ook leidt stress tot zwangerschap gerelateerd verzuim en een latere werkhervatting na de bevalling. In het primair onderwijs is de ervaren werkdruk een mogelijk risico. De balans tussen werkdruk en belastbaarheid kan in de zwangerschap snel veranderen. Dezelfde maatregelen als bij zwangerschap kunnen ook toegepast worden bij medewerksters die borstvoeding geven.
    • Spreek regelmatig met de zwangere werkneemster over het werk in het algemeen en de werkdruk in het bijzonder. Neem als leidinggevende ook zelf het initiatief. Wacht niet tot het moment dat de medewerkster met klachten komt.
    • Tref maatregelen als de werkdruk te hoog is. Ga met de zwangere medewerkster na wat precies het knelpunt is. Is er bijvoorbeeld sprake van te veel werk, te lange werkdagen/overwerk, te moeilijk werk of te strakke deadlines?
    • Spreek maatregelen af om de werkdruk te verminderen. Hanteer hierbij het RAAK-principe. Bijvoorbeeld door:
      rustmomenten in de agenda te reserveren, (lunch)pauzes ‘heilig te verklaren’ en tijdig te beginnen met het overdragen van werk aan degene(n) die het werk in de verlofperiode overnemen. Dit heeft een positief effect op de werkdruk, maar ook op de continuïteit en kwaliteit van het werk.
    • De Arbeidstijdenwet stelt kaders voor de werk- en rusttijden van zwangere werkneemsters: extra pauzes en maximering van het aantal werkuren per dag, maand en kwartaal.
    • Voorkom dat verhoging van de werkbelasting van collega’s optreedt.
    • Tref maatregelen die zo goed mogelijk aansluiten bij de maatregelen die genomen gaan worden tijdens het zwangerschaps- en bevallingsverlof van de medewerkster.
    • Bewaak de sociale ondersteuning op de werkplek. De sociale steun van collega’s voor de zwangere werkneemster is van belang als buffer tegen de gevolgen van werkdruk. De leidinggevende heeft hier een voorbeeldfunctie.
  • Wees alert op infectieziekten.
    Een aantal infectieziekten kan (ernstige) schadelijke gevolgen hebben voor de zwangerschap, het ongeboren kind en de zuigeling (via de borstvoeding). Er zijn infectieziekten die via diercontacten of voedingsmiddelen overgebracht worden. In de werksituatie binnen het primair onderwijs zijn kindercontacten een veelvoorkomende bron. De bekendste ziekten zijn rodehond, mazelen, waterpokken, cytomegalie (een herpesvirus) en het humane parvovirus B19 (vijfde ziekte). Zie ook Infectieziekten.
  • Stel zwangere collega’s niet (langdurig) bloot aan hoge geluidsniveaus en zorg ervoor dat ze in een behaaglijk binnenklimaat kunnen werken. 
  • Stel zwangere en pas bevallen werkneemsters niet bloot aan gevaarlijke stoffen. Denk aan bepaalde schoonmaakmiddelen, lijmen, toner, etc. Ook hier geldt dat deze stoffen invloed kunnen hebben op het ongeboren kind en via de borstvoeding op het pasgeboren kind.
  • Monitor regelmatig of de maatregelen afdoende zijn en/of de medewerkster belemmeringen ervaart. Neem indien nodig extra maatregelen. Hoe verder de zwangerschap gevorderd is, hoe meer bepaalde maatregelen t.a.v. fysieke belasting en werkdruk moeten worden aangescherpt. 

Oplossingen voor de werknemer

  • Fysieke belasting
    Voor alle medewerkers is het belangrijk maatregelen te nemen om risico’s m.b.t. fysieke belasting te verminderen. Bij zwangerschap geldt dit nog meer. Bij fysieke belasting gaat het om dragen en tillen, lang staan, bukken, hurken of knielen. Situaties die in het onderwijs veel voorkomen. 
    • Vermijd bukken, hurken en knielen.
    • Vermijd het tillen.
    • Beperk het staan zo veel mogelijk.
      Naarmate de zwangerschap vordert worden bovenstaande regels steeds belangrijker.
       
  • Werkdruk/werkstress tijdens zwangerschap
    Werkstress heeft nadelige gevolgen voor de zwangerschap, het ongeboren kind en de borstvoeding. Ook leidt stress tot zwangerschapsgerelateerd verzuim en een latere werkhervatting na de bevalling. In het primair onderwijs is de ervaren werkdruk een mogelijk risico. De balans tussen werkdruk en belastbaarheid kan in de zwangerschap snel veranderen.
    • Signaleer op tijd verschijnselen van werkdruk/werkstress.
    • Bespreek met leidinggevende of er aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn.
  • Wees alert op infectieziekten.
    Een aantal infectieziekten kan (ernstige) schadelijke gevolgen hebben voor de zwangerschap, het ongeboren kind en de zuigeling (via de borstvoeding). Zie ook Infectieziekten.
  • Vermijd langdurige blootstelling aan hoge geluidsniveaus.
  • Vermijd blootstelling aan en contact met gevaarlijke stoffen.

Graag ontvangen we uw feedback over onze artikelen.
Laat uw mening hier achter.

thumbs up
thumbs down

Wet en regelgeving

Arbeidsomstandighedenbesluit

Arbeidstijdenwet

Ziektewet

Cao PO

Meer info

Infectieziekten 
Zie ook het onderwerp Infectieziekten
Zwangerschap: infectieziekten-maatregelenkaart. Het ongeboren kind en de zwangere vrouw kunnen in het werk enig risico lopen met een infectieziekte. Om de besmettingsrisico's zo klein mogelijk te houden, is een infectieziekten-maatregelenkaart ontwikkeld.

Zwangerschap, werk en COVID-19
De RIVM heeft op 25 maart 2020 een richtlijn over zwangerschap, werk en COVID-19 uitgebracht.

Rugbelasting bij tillen tijdens zwangerschap
Er zijn wettelijke regels vastgesteld hoeveel een zwangere vrouw maximaal mag tillen. De zwangere of pas bevallen werkneemster moet tot drie maanden na de bevalling zo min mogelijk handmatig gewichten tillen. Als er toch getild moet worden, gelden bepaalde grenzen. In deze video wordt zichtbaar gemaakt wat het verschil is in rugbelasting tussen een zwangere en een niet zwangere. 

Handreiking Arbomaatregelen Zwangerschap & Werk
In de handreiking Arbomaatregelen Zwangerschap & Werk wordt beschreven hoe branches maatregelen kunnen nemen rond de zwangerschap van werknemers. Deze handreiking is in opdracht van de Stichting van de Arbeid ontwikkeld en geüpdatet door de SER.

Praktijkvoorbeelden