pexels-max-fischer-5212332

Veilig werken in het praktijklokaal

temp-image-author-1 JPG

Veilig werken in het praktijklokaal
Een combinatie van factoren speelt een rol bij het vaststellen van het maximaal aantal leerlingen in het praktijklokaal. Er is hiervoor geen eenduidige regelgeving. De school zal zelf een verantwoorde beslissing moeten nemen.

Neem bij deze afweging de volgende aspecten in ogenschouw:

  • de grootte van het risico’s bij gebruik van gereedschap (hamer, zaag) of apparatuur (bijvoorbeeld bij koken).
  • de grootte, vorm en indeling van het lokaal en het aantal beschikbare werkplekken.
  • de kenmerken (gedrag en niveau) van de groep leerlingen.
  • het aantal leerkrachten en toa’s in verhouding tot het aantal leerlingen.
  • de structuur van de les en het aanleren en naleven van de gedragsregels in het lokaal.

Een voorbeeldsituatie
Op een school voor speciaal onderwijs voor kinderen met ernstige gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen (cluster 4) krijgen de leerlingen les in techniek.

Een voorbeeld van een opdracht voor deze leerlingen is het maken van een karretje van zink (zie het kader). Hierbij maken ze gebruik van het volgende gereedschap/hulpmiddelen: zinksnijder, vijl, hamer, priem, bankschroef, soldeerbout.

Het technieklokaal bestaat uit een lesruimte en een aangrenzende ruimte. In de aangrenzende ruimte mogen de leerlingen niet komen. Hierin staan grotere machines (bijv. een zaagmachine) die de leerkracht gebruikt om de materialen voor de leerlingen voor te bereiden.

De lesruimte is vierkant (circa 40 m2) en hierdoor overzichtelijk, maar niet erg ruim bemeten. Tassen en jassen worden bij aanvang van de les in een open kast bij de ingang van het lokaal gelegd. Zo blijven de looppaden in het lokaal vrij.

De school heeft besloten dat hier maximaal een groep van 8 leerlingen kunnen werken onder leiding van één bevoegde docent. De leerlingen zitten rondom een grote tafel om de instructies te horen. De instructies gaan over wat de opdracht inhoudt, maar ook hoe je veilig met het benodigde gereedschap omgaat. Vervolgens gaan de leerlingen individueel aan de slag aan de werkbanken die langs de wanden van het lokaal staan opgesteld. Na het opruimen wordt de les ook weer aan de centrale tafel afgesloten.

Helaas beschikt de school (nog) niet over een afgesloten kast voor het handgereedschap. Het gereedschap hangt overzichtelijk gerangschikt aan borden aan de wand. De regel is dat aan het eind van de les gecontroleerd wordt of al het gereedschap weer teruggehangen is, alvorens de leerlingen het lokaal mogen verlaten. Als de docent als laatste het lokaal verlaat, sluit hij de deur altijd af.

Opdracht Beeldende vorming, 2e klas: Maak een zinken karretje.

Beginsituatie:
Groep van 8 leerlingen. Leerlingen hebben enige ervaring met aftekenen, hanteren van vijl, hamer en afwerken.
 

Doel:
Kennismaking met nieuw materiaal, hoe kan het worden bewerkt, wat zijn de beperkingen en wat zijn juist weer de mogelijkheden ten opzichte van hout.
 

Aandachtspunten/werkwijze:  
Maak een karretje van zink met als uitgangspunt een bakje van zink.

In de voorbeelden zijn 3 dezelfde bakjes met verschillende resultaten te zien. Leerlingen mogen ook zelf een ander soort karretje verzinnen, als het bakje maar de aangegeven maten heeft.

  • Van een plaat zink wordt met een zinksnijder een strook gesneden van 10 cm breed.
  • Leerlingen wordt uitgelegd hoe en oefenen dit om de beurt.
  •  Vervolgens snijden leerlingen zelf een strook van 8 bij 10 cm.
  • De leerling tekent het plaatje af als op voorbeeld is aangegeven.
  • Uit het plaatje worden de aangegeven hoekjes geknipt.
  • De rest van de lijnen wordt ingekerfd met een priem en liniaal.
  • De kanten worden, met de gekerfde kant naar binnen, gebogen in een bankschroef.
  • Vervolgens worden de hoeken aan de buitenkant aan elkaar gesoldeerd.
  • De rest van de afwerking is persoonlijk en kan alle kanten op gaan. Het moet uiteindelijk wel een voertuig worden.

 
Het solderen wordt individueel of per 4 uitgelegd.

* Deze praktijkervaring maakt geen onderdeel uit van de Arbocatalogus PO. De Redactieraad van de Arbocatalogus PO, de PO-raad en de bonden zijn niet verantwoordelijk voor de kwaliteit van de gepresenteerde praktijkervaring. Lees voor meer informatie de disclaimer.


Heeft u ook een ervaring die u wilt delen?
Vertel het ons!