1187848030

Rots in de branding

temp-image-author-1 JPG

Vandaag heb ik een afspraak met de heer Jos Maes. Op de basisschool Sint Martinus waar Jos werkzaam is, is nog niet zo lang geleden brand geweest. Hij heeft toen de ontruiming gecoördineerd. Al rijdende in mijn auto dacht ik na over wat er allemaal op je afkomt als er echt brand is op een school; de veiligheid van de kinderen, personeel, ontruimen van de school, ouders, brandweer, politie, enzovoorts. De persoon die dit alles moet coördineren moet de rust en kalmte kunnen bewaren om de controle en het overzicht te houden. Kortom, je moet een rots in de branding zijn. Ik parkeer de auto en loop naar de school. Het valt mij op dat de fietsjes in het fietsenrek keurig naast elkaar in de fietsstalling staan en de brede ingang naar het schoolplein helemaal vrij was. Bij de deur in de school hangt het aan- en afwezigheidsbord. Hier zie ik heel duidelijk wie van de personeelsleden in school is, de gele sticker bij iemands naam betekent wie de bedrijfshulpverleners (BHV’ers) zijn.

Wie is Jos Maes

Jos Maes is middenmanager van twee basisscholen, hoofd bedrijfshulpverlener, voert de risico inventarisatie en -evaluatie (RI&E) uit als preventiemedewerker en is bevoegd beheerder brandmeldinstallaties (BBMI). Mijn eerste kennismaking met Jos bevestigde wat mij al tijdens ons telefoongesprek was opgevallen. Jos heeft van nature een rustige en kalme uitstraling waardoor je je al heel snel op je gemak voelt. Na het halen van een kop koffie lopen we naar de werkkamer van Jos. Wat ik al bij de fietsenstalling bemerkte zette zich voort in de werkkamer van Jos: alles is netjes opgeruimd en staat op zijn plek. Hierdoor is alles overzichtelijk is en dat straalt rust uit.

‘Voorbeelden van restrisico’s’

Yvonne: “De RI&E is de basis is om te bepalen wat op het gebied van de BHV op school nodig is. Met welk instrument maak jij de RI&E? Jos: “De RI&E heb ik in 2007/2008 van het voorgaande schoolgebouw gemaakt met behulp van de Arbomeester. In samenwerking met de brandweer werd het aantal risico’s voor dit schoolgebouw uitgebreid. Deze restrisico’s stonden niet in de vragenlijsten van de Arbomeester vermeld. Om van het schoolgebouw een veilige school te maken wilde de brandweer dat alle risico’s en restrisico’s uit het Plan van Aanpak voor 2010/2011 opgelost waren. Sommige risico’s loste de gemeente op, andere door het schoolbestuur. Uiteindelijk ging het Plan van Aanpak voor goedkeuring naar de Medezeggenschapsraad van de school”. Yvonne: “Kun je een aantal voorbeelden van deze restrisico’s opnoemen?”. Jos: “O ja hoor, bijvoorbeeld:

  • Geen slot op de deur naar de ruimte waar de toiletten waren;
  • De deuren van de toiletruimte in de onderbouw werden aan de onder- en bovenkant ingekort. Daardoor konden de kinderen bij een calamiteit onder de deur door kruipen.
  • Alle uitgangen voorzien van panieksloten;
  • De draairichting van alle buitendeuren gaan naar buiten;
  • De plafonds waren van hout met doek wat niet brandveilig was. Omdat het te kostbaar was om alle plafonds in school brandveilig te maken werd er een brandalarminstallatie geïnstalleerd. Daarvoor heeft Jos de cursus beheerder brandmeldinstallatie, BBMI gevolgd.

Met feestdagen zoals Kerstmis:

  • geen echte kaarsjes maar ledkaarsjes.
  • geen echte kerstboom maar een kunstkerstboom (brandvertragend).
  • In de keuken werd geen gebruik gemaakt van een kookplaat op gas maar een met elektriciteit.
  • In de klas geen waterkokers gebruiken”.

Yvonne: “Is van dit gebouw waar de school tijdelijk is ondergebracht al een RI&E gemaakt?” Jos: “Dat staat in de planning. Ook al is de school slechts twee jaar in dit gebouw ondergebracht, ik vind het zeer belangrijk ook van dit gebouw een RI&E te maken. Net zoals het organiseren van de ontruimingsoefening mijn aandacht heeft”.

‘We gaan Olifantje lopen’

Jos: “De school heeft zeven BHV’ers waarvan iedere dag minimaal drie BHV’ers aanwezig zijn. Elk jaar volgen zij in de maand oktober een herhalingscursus. Drie keer per jaar is op school een ontruimingsoefening. In het begin van het schooljaar is er een ‘droge’ ontruiming. Iedereen is op de hoogte op welke dag deze oefening plaats vindt, en dat zijn de directeur, collega’s, kinderen, en de ouders. Een tweede oefening is in december en alleen de directeur, de leerkrachten en de kinderen weten hiervan. Tegen het eind van het schooljaar staat de ontruimingsoefening ingepland waar alleen de directeur en ik weet van hebben. Bij iedere ontruimingsoefening komt iedereen die op dat moment in school aanwezig is naar één centraal punt: het grasveld bij het gymnastieklokaal. Op deze manier zorgen we ervoor dat het schoolplein vrij is en de professionele hulpverlening zonder hindernissen toegang heeft tot de school. De kinderen zeggen tegen deze ontruimingen: ‘wij gaan olifantje lopen’. Iedereen loopt dan achterelkaar in een rij naar buiten. Hierbij neem je de rechterhand van je voorganger en je linkerhand van degene die achter je loopt vast of andersom. Iemand, ik weet niet meer wie, noemde dit ‘olifantje lopen’, en dat is altijd zo gebleven”. Na iedere ontruimingsoefening evalueer ik direct met de BHV’ ers hoe alles is gegaan. Eventuele verbeter- en aandachtspunten worden dan besproken. Alle evaluaties worden vastgelegd en bewaard.

‘Het doet wat met je. . .’

Yvonne:”Toen was het 18 april”. Jos:”Ja, een leerkracht van de bovenverdieping kwam mij vertellen dat zij en de kinderen rooklucht roken. Ik ben gaan kijken en zag niets van brand maar rook het wel. Ik zette de ramen open en heb de leerkracht met de kinderen naar een ander vrij klaslokaal gestuurd. Na een tijdje ben ik weer gaan kijken omdat de rooklucht sterker werd en dus niet verdween. Opeens zag ik dat er rook onder de deur van de muurkast kwam. Ik kreeg de deur niet open en ben in de andere ruimte aan de achterkant van deze muurkast gaan voelen of deze warm was. En dat was zo. Ik nam heel vlug de beslissing om het alarm aan te zetten. Maar eerst lichtte ik de leerkrachten van de onderbouw in dat het brandalarm zo direct aanging zodat zij de kinderen konden voorbereiden op wat ging komen. Toen heb ik 112 gebeld, de politie geïnformeerd en verteld dat ik met de ontruiming van de school ging beginnen. Ik zette het brandalarm aan. Vlug en rustig verliet iedereen de school en liep naar het grasveld bij het gymnastiekgebouw. Drie brandweerwagens, twee ambulances en de politie waren zeer snel aanwezig. Ik moet eerlijk bekennen dat als je de hulpverlening ziet en hoort komen krijg je toch wel even een onprettig gevoel. Het doet wat met je. . . De politie liet ook een Twitterbericht uitgaan waarin werd vermeld dat de kinderen en het personeel de school veilig hadden verlaten, dat er geen gewonden waren en de situatie onder controle was. Heel wat uurtjes later kon iedereen weer terug naar het schoolgebouw. Het was een hele belevenis geweest. Ik heb ook direct een brief voor de ouders gemaakt. Op deze manier wilde ik de zorgen en de onrust bij de ouders wegnemen”. Jos gaf me de brief en ik las dat Jos een korte en duidelijk beschrijving had geschreven wat er allemaal gebeurd was vanaf de rookontwikkeling tot en met de ontruiming. 

“Als tip wil ik graag het volgende nog vertellen”

Jos: ‘De ontruiming van de school verliep goed. Iedereen was kalm en rustig. Wij hebben veel complimenten gekregen van de brandweer en ouders”. Jos gaf mij een print van enkele berichten die diverse mensen naar school stuurden. Je merkt dat het hem goed doet om deze weer te lezen. Hieronder een paar reacties:

  • “Als BHV-er en ploegleider BHV kan ik jullie een groot compliment maken hoe jullie met dit incident zijn omgegaan. Voortreffelijk!”
  • “Mag ik jullie complimenteren voor de wijze waarop jullie het geheel professioneel en rustig hebben aangepakt. Met name de communicatie naar ouders is zeer helder, correct en op het juiste moment. Als veiligheidscoördinator binnen onze school neem ik jullie manier van communiceren als voorbeeld mee. Succes met de verdere afhandeling”.
  • “Ik wil jullie complimenteren met deze brief en jullie accurate manier van handelen vandaag! Alle lof mede namens onze kinderen”.
  • “Ondanks de consternatie wil ik jullie toch een compliment geven over de gang van zaken. Ik begreep dat alles keurig volgens plan is verlopen. Ook de brief die jullie hebben meegegeven zag er duidelijk en netjes uit. Je kunt dit soort situaties wel oefenen maar hoe je in het echt reageert kun je nooit van tevoren inschatten. Ondanks het feit dat onze kinderen toch wel geschrokken waren ben ik blij dat het hierbij gebleven is. Ik begreep van ze dat de leerkrachten rustig met ze gesproken hebben. Chapeau!”.

Ook in de krant las je dat de brandweer zeer positief was over de ontruiming en in de krantberichten schreven allemaal dat de evacuatie volgens het ontruimingsplan verliep en op geen enkel moment was er gevaar geweest voor de kinderen en het personeel van de basisschool. 

“Nazorg”

Jos:”Bij de organisatie van de nazorg was een contactpersoon van de brandweer, de politie en van Stichting Salvage betrokken. Ik vond het zeer prettig dat je van iedere hulpverlener steeds met een en dezelfde persoon contact had en dat Stichting Salvage veel van de nazorg voor de school overnam zoals de afhandeling met de verzekering en het inschakelen van de juiste instanties om de nazorg op gang te brengen”.

“Waar je rekening mee moet houden is…”

Yvonne: “Heb je nog een laatste tip of aandachtspunt wat je met andere collega BHV-ers wilt delen?”. Jos: ”Waar je rekening mee moet houden is dat je bij een ontruimingsoefening nooit langer dan 10 minuten met iedereen op de verzamelplek bij elkaar staat. Echter bij een echte ontruiming van de school kom je er achter dat je veel en veel langer met zijn allen op de verzamelplek staat. Wij zijn ongeveer 1 ½ uur op het grasveld gebleven. Ik zorgde ervoor dat we gebruik konden maken van het, bij het grasveld gelegen gymnastiekgebouw. Iedereen kon naar binnen en werd van drinken voorzien en kon gebruik maken van de toilet. Ouders die hun kind kwamen halen omdat ze een afspraak bij de huisarts, logopediste of iets anders hadden, moesten bij de schoolpoort wachten. Hun kind werd dan opgehaald. Op deze manier hielden we precies bij waar iedereen was.

“Rots in de branding”

Om terug te komen op mijn gedachten in de auto op weg naar de bassischool Sint Martinus: denk ik dat Jos ‘de rots in de branding’ is geweest tijdens de brand en ontruiming van de school. Dat blijkt niet alleen uit de wijze waarop hij de ontruiming heeft gecoördineerd, maar ook uit de e-mailberichten van de ouders en de krantenberichten. Om meer achtergrondinformatie te lezen over brandveiligheid op scholen lees dan het artikel over ‘Brand…weren’ onder brandpreventie tab meer info.

Interview met de heer Jos Maes, basisschool Sint Martinus.

* Deze praktijkervaring maakt geen onderdeel uit van de Arbocatalogus PO. De Redactieraad van de Arbocatalogus PO, de PO-raad en de bonden zijn niet verantwoordelijk voor de kwaliteit van de gepresenteerde praktijkervaring. Lees voor meer informatie de disclaimer.


Heeft u ook een ervaring die u wilt delen?
Vertel het ons!